Verenigingslid Anouk van Deventer (36): “Onze vereniging heeft een open uitstraling, waarbij het een vanzelfsprekendheid is dat iedereen zichzelf kan zijn. Dat is wat mij betreft de basis voor een veilig sportklimaat. Als het gaat om bewustwording binnen het verenigingsbestuur, is het belangrijk dat dit thema wordt aangestipt binnen onze vereniging. Zo heb ik in afgelopen september tijdens de algemene ledenvergadering de vraag voorgelegd of er rondom het sportcomplex een LHBTI-vlag ophangen kon worden. Dit maakt wat mij betreft onze club nog toegankelijker.”
Verenigingslid Lou Aase (21) (die/diens): “Jezelf kunnen zijn binnen de sport is een van de belangrijkste en mooiste aspecten die je bij een vereniging kunt hebben. Al voordat iemand uit de kast komt, is het van belang dat we met zijn allen een veilige, accepterende en toegankelijke sfeer creëren. Ikzelf heb gemerkt hoeveel gemakkelijker het is wanneer er zo’n toegankelijke en accepterende sfeer binnen een team heerst. Tijdens mijn coming-out ervaarde ik dat het al snel gezien werd als normaal, zoals het hoort. Helaas merk ik dat met betrekking tot genderdiversiteit er nog wel veel stappen te maken zijn.”
Verenigingslid Anouk van Deventer (36): “Het is van belang dat trainers en coaches weten hoe om te gaan met (onveilige) situaties voor LHBTI’ers. Een vertrouwenspersoon binnen de vereniging waarbij iedereen terecht kan, is hierbij van essentieel belang. Het maken van homograppen komt in deze maatschappij nog veel voor en wordt in vele gevallen geaccepteerd. Soms, helaas, met de verwachting dat de LHBTI’ers niet aanwezig zijn op de club. Er zijn genoeg jongeren die twijfelen over hun geaardheid. Als je bij een handbalvereniging speelt waar de ene na de andere opmerking wordt gemaakt en waar je bijvoorbeeld alleen maar negatieve grappen over homo’s hoort, dan denk je wel zes keer na over een coming-out. Aandacht geven aan dit thema speelt echt mee, zeker voor de jongere doelgroep.”
Verenigingslid Lou Aase (21) (die/diens): “Ook heb ik meerdere jaren training gegeven aan kinderen. Hierbij heb ik altijd gezorgd dat ik gebruik maakte van inclusief taalgebruik. Ook merkte ik dat lang niet iedereen wist van het bestaan van LHBTI’ers en dat de kennis vrij mager was. Ook hier is duidelijk dat representatie in de jeugd wel degelijk uitmaakt en dat kinderen vaak een stuk ruimdenkender zijn dan verwacht. Als we met iedereen die ruimdenkendheid vasthouden zal een veilig sportklimaat creëren of vasthouden een stuk gemakkelijker gaan.”
Hoe creëer je als trainer een veilig sportklimaat?
- Stop met het gebruiken van het woord ‘homo’ of ‘mietje’. Dit is kwetsend. Spreek medetrain(st)ers hierop aan. Zo zorg je ervoor dat iedereen zich gerespecteerd en geaccepteerd kan voelen;
- Heb respect en accepteer geen enkele vorm van pesten of schelden. Of dit nou gaat om afkomst, geaardheid, geloof of uiterlijk. Zo creëer je een omgeving waarin iedereen zichzelf kan zijn;
- Homoseksualiteit is niet altijd te zien. Ga er dus niet vanuit dat er geen homo’s of lesbiennes in jouw team zitten op basis van uiterlijke kenmerken;
- Vragen spelers aan elkaar wie er al een vriendinnetje heeft? Voeg er als trainer dan nonchalant ‘of een vriendje’ aan toe;
- Komt een speelster en/of speler in jouw team uit de kast? Vraag dan waar diegene behoefte aan heeft en wat jij voor diegene kan betekenen. De persoon is niet opeens veranderd, dus streef ernaar dat na de coming-out alles hetzelfde blijft. Check in hoeverre de thuissituatie op de hoogte is. Mogen zij het wel of niet weten en kun je eventueel samen met de ouders en/of verzorgers optrekken om de speler te helpen?;
- Extra tip voor bestuursleden: maak bij het aannemen van je trainers dit onderwerp bespreekbaar en spreek uit dat je van trainers verwacht dat zij streven naar een veilig sportklimaat binnen het team en hun spelers accepteren en respecteren ongeacht hun persoonlijke mening.